HP LaserJet Enterprise 500 MFP M525 - Automatische detectie verkeerde invoer voor faxberichten

background image

Automatische detectie verkeerde invoer voor faxberichten

De documentinvoer van dit apparaat heeft een sensor die automatisch de dikte van de vellen detecteert

wanneer ze door het scanmechanisme worden gevoerd. Als de sensor twee of meer vellen papier

tegelijkertijd detecteert, stopt het apparaat en geeft het een waarschuwing dat u de vellen moet

verwijderen. Deze instelling is standaard ingeschakeld. Volg deze instructies om de instelling te

negeren, zodat u ook zwaar papier en documenten zoals gevouwen boekjes kunt faxen:

1.

Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop

Fax

aan.

2.

Vul de velden op het eerste scherm in en geef de informatie van de faxontvanger op.

3.

Raak onderaan de pagina de knop

Meer opties

aan.

4.

Raak de knop

Detectie onjuiste invoer

aan.

OPMERKING:

Indien de knop niet op de eerste pagina met opties verschijnt, raakt u opnieuw

de knop

Meer opties

aan.

5.

Raak het selectievakje

Uitgeschakeld

aan om het te selecteren.

6.

Raak de knop

OK

aan om de wijzigingen op te slaan.

7.

Raak de knop Start aan om het scannen te starten.

188

Hoofdstuk 8 Fax

NLWW

background image

Documenten faxen met gebruik van de functie
Quick Sets

Gebruik de functie

Quick Sets

om gemakkelijk toegang te krijgen tot de ingestelde taakopties voor het

versturen van faxberichten.

De beheerder van het apparaat kan gebruikmaken van de geïntegreerde webserver van HP om Quick

Sets te maken. Deze zijn vervolgens beschikbaar in het menu

Quick Sets

vanuit het beginscherm van

het bedieningspaneel.

Een Quick Set maken

1.

Open een webpagina en typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk.

2.

Klik op het tabblad Fax wanneer de geïntegreerde webserver van HP opent.

3.

Klik op de link Faxverzending instellen vanuit het paneel aan de linkerzijde van het venster.

4.

Om een Quick Set te maken, klikt u op de knop Toevoegen in het gedeelte Quick Sets en

volgt u vervolgens de instructies op het scherm.

Een vooraf gedefinieerde Quick Set gebruiken

1.

Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop

Quick Sets

aan.

OPMERKING:

De beheerder van het apparaat kan Quick Sets direct op het beginscherm

plaatsen. In dat geval raakt u de knop van de specifieke Quick Set aan in plaats van de knop

Quick Sets

.

2.

Raak de naam aan van de Quick Set die u wilt gebruiken.

OPMERKING:

Quick Sets hebben kleurcodes die corresponderen met elke scan-/

verzendfunctie. Quick Sets voor faxen hebben bijvoorbeeld een rode balk achter de naam van de

Quick Set, die correspondeert met de rode balk achter de naam van de functie

Fax

.

3.

U dient noodzakelijke instellingen te configureren en vervolgens de knop Start aan te raken om

de taak te voltooien.

NLWW